16 november 2007

Vlooien

We hebben vlooien. Die zin klinkt niet fijn. Verdorie dus toch die rode bultjes. “Ik heb vlooien.” Dat is iets voor zwervers, of toch minstens mensen die zich enkel wassen als de stank van hun eigen bovenlip ze teveel wordt.
Festivals heb ik overleefd - vier dagen zonder water en zeep - zonder vlooien eraan over te houden. Stinkende sokken, oksels en andere lichaamsholten bleven bespaard van ongedierte. En nu, elke dag netjes douchen, heerlijk schoon tegen mijn lief aankruipen in de zetel en in bed, schone sokken en ondergoed in overvloed, huisje helemaal aan kant, krijg ik verdorie vlooien!
Sinds ik het weet, is er overal jeuk.

Blijkbaar stond ik met een blik vol walging met mijn broek op mijn enkels - om rode bultjes op mijn benen te tonen – naar de dokter te staren.
De dokter zei: “Geen paniek. Ik krijg drie keer per week mensen met vlooienbeten.”Misschien zou hij dan beter zijn praktijk eens vlooi-vrij maken, dacht ik.Misschien zei hij dat om me gerust te stellen en dacht hij stiekem: “Zo snel mogelijk die smerige griet uit mijn praktijk, ze besmet de boel!”
Maar ik bleef nog even, want bij een dokter zijn, is altijd een veilig gevoel. De veiligste plek op aarde. Daar gebeurt je niks. Fijne man. Maar goed, dat is een ander verhaal.
Direct heb ik hem maar verteld dat ik Miriam ten huwelijk heb gevraagd. Hij was blij. Tenminste, dat interpreteerde ik uit zijn: “Ah, leuk.” en “Prettige dag nog.”
Daar ging ik. Met vlooien en al. Het advies van de dokter was: Alles waar vlooien in kunnen zitten 48 uur in een afgesloten ruimte laten liggen. Dan zijn ze dood. Ja, lekker.

Zo groot is ons huis niet. Welke ruimte kunnen we 48 uur missen? Slaapkamer, out of the question. Keuken, no way. Woonkamer, het weekend staat voor de deur, lekker gezellig. Badkamer, met krioelende vlooien over mijn lijf – zo voelt het toch, the power of imagination – wil ik me het liefst tien keer per dag wassen. Dan maar ons ateliertje.
En zo werd de bron van onze creativiteit, van Miriams meesterlijk mooie schilderijen en de literaire hoogstandjes mijner hand, met dat besluit in twee seconden gedegradeerd tot vlooiennest. Ga hier maar 48 uur liggen sterven. De plek der schepping getransformeerd in sterfbed. Drama all over the place. Soms zitten we er dagen niet. Ik maak drama. Het gaat om het idee.

Gelukkig bezat mijn lief uit een vorig leven nog een vernevel-spuitbus om ongedierte te doden. Aanzetten in de ruimte en vier uur in de nevel laten staan. Gaskamer voor de kleinste onzer aarde. Een snelle dood voor een vlooien-familie in plaats van uithongering. We blijven menselijk. Plus, niet te vergeten, binnen slechts vier uur is ons creatie-nest weer van ons. Geen gevoelsmatig slot op de deur naar nieuwe werken, inspirerende gedachten, fijne momenten tussen mij en de pc. Wie weet werkt de nevel wel inspirerend. Doen de toxische stoffen hoeken van mijn brein ontwaken waarvan ik het bestaan niet wist. Psychedelische zinnen verzinnen. Vlooien doen beseffen.

Creëren is niet verbonden aan één plek. Ik creëer zelfs als ik op de plee zit. Dan maar even met mijn laptop op schoot, tussen bad en vuile was in, mijn literaire drol draaien.