23 april 2008

Papiertluttig

Vraag 1.7
Heeft u in 2006 inkomen in Nederland ontvangen?
Nee. Ga naar vraag 3.2. > Voeg als bijlage een kopie toe van uw inkomensverklaring 2006. Op te vragen bij de Belastingdienst.

Vraag 3.2
Download het formulier Buitenlands Inkomen en vul vraag 1.1 t/m 9.3 in.
Ga dan naar vraag 3.5.

Pffft.

Af en toe word ik weer even geconfronteerd met de efficiëntie van Nederlandse overheidsinstanties. Nergens ter wereld gebeurt het zo pietluttig. Dat zeg ik, een vrouw van rechtlijnigheid. Overzichtelijkheid en ordelijkheid geven structuur. That’s me. Dus ik snap het. Maar na vijf jaar België (waarvan vier jaar Brussel, het centrum van gemeentelijke chaos, overheidsanarchie, organisatorische laksheid) ben ik gewend geraakt aan een flexibeler manier van organiseren. Een belletje hier, een belletje daar. Een vriendelijke glimlach en de wereld ligt aan je voeten. Maar in Nederland gelden de regels voor iedereen. Zoals het hoort. Damn. Dus word ik vandaag weer even teruggezogen in de Hollandse bureaucratie door een stapel IBG-formulieren voor me uitgestald op de salontafel.

Mijn papier-afhandel-traject doorloopt een aantal typerende fases: het begint met frisse moed als de papieren nadat ze vers uit de printer zijn gerold op schoot worden genomen met een gezellige kop koffie erbij. Beginnen maar.
Eerste vraag, het correspondentienummer. Jippie, een makkie. Voor mijn gevoel ben ik al klaar.
Bij vraag 2 worden de papieren uitgespreid over de tafel ter bevoordelijking van de overzichtelijkheid. Dan lees ik dat ik nog meer formulieren moet afprinten. En de stapel wordt groter en groter.

In Vlaanderen zijn de regels niet voor iedereen. Als je een manier vindt om de regels te omzeilen, via een achterdeurtje binnen te komen, is dat ook goed. Volledig geaccepteerd. Ik had er moeite mee, maar tegenwoordig valt het me niet meer op. De eerste keer dat ik het tegenkwam werd ik razend. Iedereen in de klas moest voor een opdracht dezelfde regels volgen. Behalve één jongen. Dat was gewoon zo. Niemand deed daar moeilijk over. Ik vrat mezelf op. Als een politievrouw trok ik ten strijde tegen het onrecht. Men keek mij verdwaasd aan, doe niet zo moeilijk. Het is gewoon zo. Klaar.

Het was gewoon zo. En het is nog steeds gewoon zo. Vandaag de dag geniet ik ervan. Lekker makkelijk en niet zo rechtlijnig. Een beetje persoonlijk. En met connectie. Menselijk.
Dus pak ik mijn pen weer op en worstel me netjes door de rest van mijn twintig vellen papier. Tekenen, vouwen, envelop in en weg ermee. Ik woon in Vlaanderen tegenwoordig. Doe niet zo moeilijk.