7 maart 2008

Plas

Tegenwoordig drink ik twee liter water per dag. Dat staat gelijk aan ongeveer 15 keer per dag naar het toilet. En je leert er heel goed mee je plas op te houden. Dat is wat ik kan als de beste.
Als kind ben ik heel erg getraind geraakt in het ophouden van mijn plas. Ik vond plassen gewoon niet leuk. Liever speelde ik zo lang mogelijk door met mijn vriendinnetjes, dan te vertekken naar een klein kamertje. Er is niks leuks aan plassen, dacht ik. Broek zakken, zitten, plassen, vegen, broek op, klaar. Mijn tijd is wel iets leukers waard.

Ook ging ik niet graag naar vreemde w.c.’s. Bij andere mensen thuis wilde ik niet gaan. Ook op school ging ik nooit. Ongetwijfeld heeft dat ook te maken met dat ik ooit als klein meisje mezelf had opgesloten in het toilet van mijn oma. Dat was doodeng. Werkelijke horror. Een andere reden voor mijn afschuw van toiletten was hygiĆ«ne. Viezigheid is niet mijn ding. Als kind al niet. Netjes opgevoed.

Maar het toppunt en bron van kostelijk vermaak, waren de vroegere traumatische Franse toiletbezoeken in de hete familiezomers onderweg naar de Provence. Elke keer als ik in de auto moest plassen, dacht ik "Ojee". Dan stopt de auto ergens op zo’n fijne hete met toeristen overbeladen parkeerplaats, met enkel een vierkant stenen hokje met stinkende toiletten. Als kind begrijp je nog niet waarom je niet altijd naar een schoon toilet kan gaan als je onderweg bent. "Werkelijk waar," dacht ik vaak, "Kunnen we nu niet gewoon naar een ander toilet gaan? Zo eentje die net zo schoon is als thuis." En de leukste verrassing was er dan als je het hokje binnenkwam. Met aarzelende afwachting treuzelde ik met het openen van de deur… Pot of gat. Please een pot. Al is het een stinkende volgeplaste pot, please een pot. Pot. Pot. Pot. Pot. Pot……. Gat. Damn. Gat stond bij mij gelijk aan langs de benen plassen. Lekker warm, doch vreselijk vervelend bij 30 graden zonder douche en met z’n zessen in een Renault 5. Het heeft er hilarisch uitgezien.

Dat is de oorsprong van mijn geloof over toiletbezoeken. Ietwat raar en kronkelig. Mijn lief daarentegen heeft iets heel anders met toiletten. Die kan en wil altijd en overal. Heeft weinig problemen met vreemde potten en kan ongetwijfeld rechtsstreeks in het gat plassen, en de rest zelfs ook. Wat een vrouw, wat een vrouw, ik leer zoveel van jou. Op mijn beurt zal ik jou dan leren om het af en toe op te houden. Want jouw tijd is wel iets leukers waard.