27 november 2007

Negen maanden

Stappend naar de zwarte Peugeot op de parkeerplaats - mijn hart bonkend in mijn keel – leek het alsof alle transpiratieklieren in mijn lijf riepen: “Kom aan jongens, met z’n allen tegelijk!”. Ik zag haar zitten, mooi en blond, stoer en sterk. De deur ging open. Vriendelijk en ongemakkelijk. Ze zei: “Stap in, je mag in de auto roken.”

Exact negen maanden geleden speelde dit zich af. Als ik het teruglees lijkt het ineens op een tippelaarster die opgepikt wordt. Welke woorden ik ook gebruik om het te beschrijven, het zal nooit zo klinken als het was. Het was het moment waarop alles op zijn plaats viel. Voor het oog een gewone date, zoals miljoenen mensen er dagelijks meemaken. Een beetje doorsnee zelfs. Bij haar thuis eten en wat kletsen. Voor het gevoel echter, de hele wereld in één persoon gevat.

Zij was al een week erg ziek. Ik moest de volgende ochtend vroeg naar Nederland voor vijf dagen. Zij zat onder de medicatie. Ik was zenuwachtig. Zij was stoer. Ik kreeg geen hap door mijn keel. Zij vergat op de klok te kijken. Ik miste mijn laatste trein. Het was gezellig.
Met elke ontboezeming die we elkaar deden, verdween de schroom en daarmee ook de afstand tussen ons op de bank. Hoe dichter ze bij mij kwam geschoven, hoe beter ik haar leerde kennen. Hoe meer ze zich kwetsbaar opende, hoe meer mijn harnas wegviel. Bij elk gevoelig onderwerp voelde ik mijn hart en meende ik het hare ook te kunnen voelen. Ik durfde haar steeds iets langer in haar open ogen te kijken. Het was zo mooi dat ik bang was het te verpesten. Het was de geboorte van de Nine & Miriam-bubble. Heel warm. Wat wilde ik haar graag kussen.

Pas toen we verder dan ooit over de tot-hier-laat-ik-mensen-toe-en-niet-verder-grens waren gegaan, nadat zij mij haar grootste verdriet en wildste dromen had verteld, na de verademing van het delen van emoties, nadat zij –hondsberoerd- mij naar huis had gebracht, we daar onze gesprekken voortzetten en ik haar voeten masseerde, kwam ik er uiteindelijk achter dat ik nog een half uur had om mijn tas in te pakken voor mijn tripje naar Nederland. Verdorie de nacht is te kort. Nadat zij nog een kwartier op mijn bed had liggen slapen terwijl ik mijn tas inpakte, nadat ze daar zo mooi lag en ik de helft vergat in te pakken omdat ik maar steeds naar haar bleef kijken, na al dat, in dat laatste kwartier… toen hebben we gekust.

Die dag negen maanden geleden werd ik verliefd. Hoteldebotel. Ik werd eindelijk wakker. Toen ik haar na een week terugzag, gaf ik haar mijn hart en wist ik dat we voor altijd samen zouden zijn.