8 januari 2008

Tijd

Er is iets tussen mij en tijd. Tijd is mijn grootste vriend en grootste vijand. Tijd doet mij schrikken, tijd doet mij stressen, tijd doet mij stilstaan. Wat een klok kan doen.
Dus heb ik gisteren besloten mij niet te laten leiden door tijd. Ik ben opgestaan zonder wekker. Natuurlijk met als gevolg dat het al half twaalf was. Mijn eerste gedachte daarbij was… Nee, de tweede gedachte, de eerste was liefde. Goed, de tweede gedachte was dus: “Zo laat al, de dag is al half voorbij, om er nog wat aan te hebben moet ik op gaan schieten.” Op gaan schieten. Het woord ‘schieten’ lijkt mij nooit bedoeld als iets positiefs. Opschieten doet niet genieten. Opschieten doet mij stressen en nadenken en haasten en niet prettig voelen. Weet ik. Dus niet opschieten.

De rest van de dag heb ik beleefd zonder tijd. Geen klokkijken, geen afspraken, geen oneindige to do list voor een korte tijd. Niks van dat al. Het was leuk! Gewoon niet kijken op die klok en dat is alles. Het was zalig. Rust en genot.
En ineens stond mijn lief voor mijn neus. Het was al donker geworden. Ze was thuisgekomen van haar werk. Gewoon zomaar. Zonder dat ik het huis aan kant had. Zonder de afwas gedaan. Zonder het eten klaar. Zonder een lijstje afgewerkt. Gewoon zomaar ‘dag lief, ik ben thuis’. En de wereld verging niet. De wereld zei gewoon dat het goed was. Dat hoorde ik in de golf van rust door mijn lichaam. Superlekker.

Vandaag heb ik hetzelfde gedaan. Alleen wel een klein lijstje gemaakt. Want mijn hoofd doet mij de meest belangrijke dingen vergeten. Volgende stap. Losmaken van mijn hoofd. Ben benieuwd hoe dat eruit ziet. Waarschijnlijk minder als een kip zonder kop.

Geen opmerkingen: